The World Around Us

Van stedelijk Delhi naar ruraal Bhubaneswar

Country: India by Lisette

03-05-2006

Sinds Nigel’s Tour heeft plaatsgevonden is er heel weinig en heel veel gebeurd. De eerste paar dagen waren rustig en verliepen maar langzaam. Het was de laatste week van de training in Delhi en we hadden er weinig zin meer in. Iets waavan ik vrees dat we dat ook uitstraalden.

Joyce en ik liepen nog snel door Lodhi Parc, het is in de buurt waar wij sliepen en iedereen leek steeds een electrische schok te krijgen als ze erachter kwamen dat we er nog niet geweest waren. Zelfs de Lonely Planet spreekt over Lodhi Parc. En we snappen ineens waar het om gaat: er is een jogging path waar de mensen aan snelwandelen doen, de dames gewoon in hun salwar kameez, en verder zien we het tegenovergestelde over wat ons steeds wordt voorgehouden over traditioneel India want er zijn overal vozende stelletjes..

De rest van de week is snel besproken: ik kreeg last van een virusje en lag vooral in bed te rusten of een spurt te trekken naar de plee.

Vrijdag was echter een belangrijke dag, wegens onze ‘farewell party’! Mijn voorgerecht was een bezoek aan de Nederlandse Ambassade waar ik was uitgenodigd voor een receptie vanwege Koninginnedag. Mwah.. op de lekkere hapjes na (echte kaas!, paling, zalm, bitterballen) heb ik me eerst een tijdje zitten vervelen met de kamermuziek op de achtergrond, het genetwerk van alle bonzo’s in town en ik ook nog eens niet afkom van een vent die een geweldige toekomst voor me weg gelegd ziet.. tot hij merkt dat ik vind dat als je de armen van de samenleving wilt helpen je ook best eens naar de armen kunt luisteren. Nou, dat was de dooddoener voor hem, hij vertelde me kort en bondig dat ik het niet in me had om met de regerende bazen om te gaan en was binnen een minuut pleite! Gelukkig werd ik nog even gered door iemand anders die wonderbaarlijk genoeg Engelse ‘black humor’ kent, ik heb dubbel gelegen.

Mijn eerste saree!

Op het VSO feessie is het heel gezellig en ik kleed me om in mijn eigenste sari. Met hulp van Arthi (de Hindi lerares) zie ik er mooi en vrouwelijk uit. Kijk maar eens naar de foto! Joyce en ik krijgen de ‘Honorary Award’ (een literfles bier) voor de meest geinteresseerden in de Indiase cultuur in onze groep vrijwilligers, ik sta op een goede tweede plaats.

Na een tijdje gaan we natuurlijk uit en we verdwijnen in een luxe hotel dat een goede dansvloer schijnt te hebben. Het is hiphop-avond en dat werkt toch niet zo goed met de Punjabi Chicken Dance en de Changing Lightbulbs Dance volgens mij. Voor de duidelijkheid, dit zijn de discomoves van de Indiërs en je moet het héél errug letterlijk nemen. Terug in Nederland zal ik het zeker eens voordoen!

Zaterdag 29 april is dé dag dat we vertrekken naar onze placements. Joyce, ik en Rosel gaan op een 27-urige treinreis naar Bhubaneswar. Mijn eindstation maar zij moeten ieder na een paar dagen nog verder reizen. De reis verloopt prima, airco met ieder een bed (drie boven elkaar), en om de zoveel tijd wat te eten en te drinken. De bedden zijn wat smal en kort, zeker ook doordat een gedeelte in beslag wordt genomen door bagage (we hebben zoveel en het belangrijkste houden we goed in de gaten). De grootste bagage wordt vastgeketend want dieven kunnen op stations nog wel eens naar binnen komen.. tja en de deuren staan wagenwijd open hoor, nogal gevaarlijk als je het mij vraagt. Er is gelukkig ook een westers toilet met precies 1 toiletrol voor minimaal 35 mensen en 27 uur. Lang leve enige voorbereiding!

We worden zondagavond opgevangen door de ‘Bhuba gang’: Caroline, Don, Neil en Mericor. Peter heb ik nog niet ontmoet. Eerst wat lekker gegeten en elkaar wat leren kennen en ten slotte ga ik met Caroline mee naar “onze” flat. Leuk!! Het is er behoorlijk ruim, met een keuken waar zij veel keukenapparaten heeft neergezet, ieder een eigen slaapkamer en de mijne heeft een balkonnetje. Ook hebben we ieder een eigen badkamer, ik met het Indiase toilet maar dat is geen probleem.

Woonkamer.

Slaapkamer.

Keuken.

Badkamer.

Maandagavond (uit eten in een dosa-restaurant; dosa is een soort dunne pannekoek gemaakt van geplette rijst en gevuld met groente) en dinsdagavond (bij ons, we hebben spaghetti klaar gemaakt) zien we ook de ‘Bhuba gang’. Ik ken al twee nieuwe kaartspelen! 🙂

Maandag is de grote dag omdat het mijn eerste werkdag is en ik ben blij verrast: er is een introductieprogramma opgesteld voor de komende twee weken. Helaas heb ik al gauw in de gaten dat het voor mij onmogelijk is om een kopie te krijgen, dus iedere dag moet ik afwachten wat er voor mij in petto is. Dat is ook weer niet zo veel. Bovendien zijn er steeds weer veranderingen. Eerst word ik natuurlijk voorgesteld aan 50 mensen die allemaal verwachten dat ik meteen weet wat ze doen en hoe ze heten. Pfff, namen bij gezichten plaatsen vind ik altijd al lastig en ze hebben hier zulke moeilijke namen dat het helemaal een enorme opgave is. De manager waar ik onder val schijnt al een half jaar geleden vertrokken te zijn en er is geen vervanger voor gekomen. De IT’er waar ik aan gekoppeld word ziet me als een enorme bedreiging en kan er niet over uit dat ik geen technische achtergrond heb. Wanneer ik op dag drie spreek met ‘de baas’, de oprichter van CYSD, vertelt hij me al dat als ik vind dat hij niet de juiste capaciteiten heeft hij ontslagen zal worden! Hij schijnt momenteel in een ‘review’ periode te zijn want hij presteert niet zo fantastisch.. Maar het idee dat je al zo gauw in zo’n positie wordt gemanouvreerd, het is wel effe slikken hoor.

Verder kort wat impressies van mijn eerste dagen hier:

Informele werksfeer; meesten spreken goed Engels; geen beleid/processen/procedures; iedereen heeft ander idee bij mijn baan; goed doorvragen voor je informatie krijgt die je wilt hebben; neem de tijd voor alles; collega’s hebben veel kennis maar delen dit niet gauw; er is breedband-internetverbinding(!); P3-pc’s dus ik ben onder de indruk; geen software behalve Microsoft waar de meesten weinig kennis van hebben; geen projectmanagement (moet mijn kennis hoognodig updaten); men probeert van Caroline en mij een tweeling te maken; de lunch is okay met geen enkel bestek dus lekker wroeten met je rechterhand (linker is verboden); er zijn enkele westerse wc’s zonder toiletpapier (ik heb dus maar een rol in mijn tas gegooid); ik zit in de serverruimte (met een pc die regelmatig crasht) en zit zodoende in de enige ruimte op kantoor dat airco heeft; veel mensen vragen naar mijn familie en nadat ze ontdekken dat mijn broer en zus beiden getrouwd zijn, zijn ze ervan overtuigd dat ik ook wel zal trouwen; ik moet er nog steeds aan wennen dat iedereen steeds boert en rochelt (gelukkig spuwen ze niet op kantoor), volgens Caroline gaat dat wennen overigens nooit plaatsvinden ;); iedereen heeft meerdere rollen wat erg verwarrend is en waardoor men niet voldoende tijd heeft om hun werk goed uit te voeren; bibliotheek wordt niet echt gebruikt en bibliotheekmedewerker is niet pro-actief en weet weinig over classificeren e.d.; aantekeningen of notulen worden niet gemaakt dus er worden nooit enige acties ondernomen waardoor de discussies op hetzelfde niveau blijven steken.

Er is trouwens enige verwarring over mijn naam: op mijn cv staat natuurlijk Elisabeth Francisca Helena, dus het kost me enige tijd om hen uit te leggen dat mijn roepnaam (dit fenomeen kennen ze hier niet) Lisette is en dat is ook erg lastig voor hen. Ik probeer het makkelijker voor hen te maken door te zeggen dat ze me Liz kunnen noemen, maar volgens mij helpt het niet echt.

Het klinkt allemaal wel heel negatief, maar zo is het ook weer niet. Er is hier heel veel potentie, alle collega’s hebben een studie achter de rug, er valt hier dan ook een hoop kennis te halen.. alleen, die kennis eruit krijgen is moeilijk en een lang proces. Kortom: werk aan de winkel!