The World Around Us

Vakantie in Tamil Nadu!!

Country: India by Lisette

21-08-2006

Poehee, in een weekje tijd veel in de trein/bus gezeten, veel rondgewandeld vol nieuwsgierigheid en moeten wennen aan het hoge aantal toeristen in Tamil Nadu. Na een week waarin mijn team is gereduceerd van 3 naar 1 persoon (Sarada ontslagen en Sikta thuis wegens hoge bloeddruk) ben ik wel toe aan vakantie!

Ook is nog het Rakha festival voorbij gekomen op het werk, dat was weer leuk. Bij dit festival geven de zussen hun broers een armbandje, dus langs de weg stonden van de ene op de andere dag enorm veel tentjes met enorm veel armbandjes. Het symboliseert dat we allemaal broers en zussen van elkaar zijn op deze wereld. Persoonlijk vind ik het dus flauw dat mannen geen armbandje hoeven uit te zoeken voor hun zussen. Op het werk gaf een zuster (van onbekende orde) een korte preek (in Oriya), drukte een duimafdruk tussen je ogen met tamarinde-olie-water, bond een armbandje om je rechterpols en je nam een ‘prasat’ (koekje in dit geval) in ontvangst.

Maar goed, zaterdag nog even snel uit eten met Maricor, Neil en Caroline (je moet toch altijd een reden vinden, dus dat was ditmaal mijn vakantie zodat Caroline het huis voor zichzelf had ;)). Checken of ik überhaupt wel een slaapplaats heb op de trein is ook noodzakelijk; ik stond namelijk als achtste op de wachtlijst. Gelukkig, geen probleem, ik ben nu ‘confirmed’!

Heerlijk traditioneel eten van een bananenblad.

Zondagavond aangekomen en na een zalige douche (wel nodig na 20 uur treinen) uit eten met de Kenyaanse George. Hij is één van de drie VSO-volunteers die in Chennai woont. Alle drie werken ze bij HIV/AIDS organisaties maar Liz en Debbie zijn toevallig allebei op vakantie.  Anyways, goed bijgekletst met George die me in het heerlijke eten van Tamil Nadu introduceert door een zalig restaurant uit te kiezen, met overigens een mooi uitzicht over Chennai. Eens even raden.. Juist ja, ik zit er zonder camera – shit!!

Ik ben erg onder de indruk van Spencer Plaza, een doolhof van een winkelcentrum (was bijna vergeten wat dat was) en van het regionale busstation (niet te verwarren met het station voor de stadsbussen): het schijnt het grootste te zijn in heel Zuidoost Azië en ik geloof het ook nog. Het is schoon(!), logisch ingedeeld (!!) met borden in het Tamil, Hindi én Engels (!!!), een informatiebalie die bemand is door een vriendelijke, Engelssprekende vrouw die ook nog het antwoord heeft (!!!!) en bestaat uit 6 perrons met ieder 26 parkeerplaatsen (!!!!!). In totaal kunnen er dus 520 bussen tegelijkertijd terecht, daar raak je toch vanzelf van onder de indruk. Mocht je je nu nog afvragen hoe de lokatie voor de stadsbussen eruit ziet, dan is mijn antwoord heel makkie: het omgekeerde, hahahaha.

Uitzicht op de stad met in het midden het prachtige tempel complex.

Dinsdagmorgen door naar het minder drukke (ondanks de oververhitte bus waar de uitdrukking “met de benen buiten hangen” zeer tot zijn recht komt) Tiruvannamalai. Het is hier heerlijk! Er is een heuveltje om tegenaan te kijken, volle straten met hopen winkeltjes, weinig toeristen maar net genoeg zodat mensen niet je nastaren en er is een hotelletje. Restaurantjes zijn er voldoende maar allemaal van het type dat ik niet echt vertrouw (met de pan op straat vol met rondvliegende en –plakkende strontvliegen). Op eentje na.. maar de dosa (soort dunne rijstpannekoek) is heet-heet-heet!

Oostelijke toegangspoort tot de Arunachaleswar Tempel.

De reden om de rit hierheen te maken ligt in Arunacheswar Mandir, een tempel 10 heactare groot, waar Shiva (de vernietiger) wordt aanbeden. Het is er prachtig, de enorme oostelijke toegangspoort (66 meter hoog) maakt me ademloos en ik knip er lustig op los met mijn camera. Het meeste van de tempel is gebouwd tussen de 17e en de 19e eeuw. De vier toegangspoorten (naar alle windrichtingen) heten ‘gopurams’ en zijn allen iets kleiner dan de oostelijke ingang. Binnen bevind je je op een binnenplaats waarna je naar de 1000 pilaren tellend ‘mandapam’ kunt gaan (een soort voorkamer in een uitgehouwen rots), de ‘Sivaganga’ (vergelijkbaar met een betonnen zwembad) en de centrale altaar waar de Shiva lingam is (Shiva wordt niet aanbeden als zijn beeltenis maar met een symbool) waar de dagelijkse ‘puja’ wordt uitgevoerd. Puja betekent respect en vertaalt zich naar offers of gebeden. Verder zijn er nog tientallen andere kleine(re) altaren.

Nog wat info over deze magische plek:

– Hier is de ‘Agni Sthalam’. Er zijn maar enkele sthalams in India, plekken waar de goden zijn verschenen.
– Door aan Tiruvannamalai te denken, kun je gereinigd worden.
– In Tiruvannamalai nam Shiva de vorm aan van een kolonne vuur, van een bodemloos begin tot een eindeloos einde ter vernietiging van Vishnu en Brahman’s ego.

Ook interessant zijn de twee priesters die op de 14km lange en 800meter hoge heuvel wonen. Beiden wonen naast een grot en hangen Shiva aan. Het is superbenauwd in zo’n grot, je gaat er gebukt en gebogen in draait een paar rondes, kruipt wat omlaag en dan zit je plots een uitgeslagen ruimte waar twee mensen net langs elkaar kunnen zitten en waar een mini-altaartje staat. Er wordt wat gepreveld, er wordt me vertelt wat te doen (hoe bid je tot Shiva?) en ik word gereinigd met een vuurtje (breng je handen kort bij de vlam en doe net alsof je water over je gezicht heengooit), ik krijg een stip op mijn voorhoofd en een grijze veeg as. Buiten wordt mij prasat aangeboden, een rijstmaaltijd die je niet altijd kunt weigeren, en deze priester in lendedoek (ook letterlijk nemen)  is zo aardig dat ik maar een rijstontbijt neem.

De maaltijd wordt gemaakt door bewoners die hier aan de voet van de heuvel wonen, met andere woorden sloppenwijkbewoners, want de hogepriester verlaat de berg niet op 1x per jaar na. Ik mag een praatje houden met de hogepriester (gut, wat vraag je zo’n man?) en hij vertelt dat hij er al 13 jaar woont (in een klein betonnen hok naast de mini-grot). Nou is het ook weer niet zo primitief als ik me voorstelde.. ik zie foto’s aan de wand, tekeningen, een luie stoel, een telefoon en een simpele bandrecorder.

De boulevard langs de Bay of Bengal.

Woensdagnamiddag is het alweer tijd om met de bus verder te gaan, ditmaal naar Franstalig en lieftallig Pondicherry (alias Pondy), waar de Fransen sinds 50 jaar een of andere vage zeggenschap over hebben. En dit is dé plek waar je kunt vaststellen hoe ‘East meets West’, oftewel Modern India ontmoet Koloniaal Frankrijk. Het is er gezellig, rustgevend, met een typisch Frans sfeertje, uiteraard de Franse taal en vele Franse toeristen. Verder wat kerken, wat tempels en de Sri Aurobindo Ashram. Sri of Shri is trouwens de Indiase respectvolle variant voor Meneer. De ashram (spirituele commune) is in 1926 opgezet door Sri Aurobindo en een Franse vrouw die alleen bekend is als “The Mother”. Ze claimen een spirituele noot te kunnen zetten door de combinatie yoga en moderne wetenschap. Ze zijn overbekend en in Pondy ondernemen ze veel culturele en educatieve activiteiten.

Mahatma Gandhi.

Verder is er weinig te doen, maar de wijn is goed en het bier is goedkoper (de belasting erop is hier lager wegens diezelfde vage Franse aanwezigheid). Ah en cafeetjes met thee/koffie en verse croissantjes! Mmmmmm… 😀

 

 

 

Five Rathas met rechts de godin Durga.

Vrijdag is het tijd om weer richting Chennai te gaan en ik stop in Mamallapuram, whoaaaa! Culture Shock!!! Zoveel toeristen die allemaal een Bob Marley tik ergens vandaan hebben gekregen, de raarste kleding dragen, bikini’s dragen, en eigenlijk de weg kwijt zijn in India. *Just kidding!* Toegegeven, het stadje is de perfecte ‘get-away’ van Chennai, met een leuk strand, leuke eettentjes lángs het strand, vele kleine winkeltjes met souveniertjes, en o’ja ook nog wat historie.. Five Rathas en Shore Temple.

Shore Temple.

Five Rathas: dit zijn vijf tempels die uit rots zijn geslagen en chariots (draagkoets) lijken. Ze staan maar 300 meter van de zee en waren verborgen onder het zand tot de Britten deze tegenkwamen, zo’n 200 jaar geleden. De vijf Rathas zijn gewijd aan godin Durga (een reïncarnatie van Shiva’s vrouw), de god Shiva, Vishnu, de zonnegod Surya en tenslotte de regengod Indra. Shore Temple zegt ook genoeg: het is gebouwd in de 7e eeuw en is door zee en wind bloot gesteld aan erosie. Ook deze tempel is gewijd aan Shiva en doordat de originele linga uitkeek op oost en west  scheen zonsopgang én –ondergang erop. Nu staat er een enorme rots om verdere erosie tegen te gaan.

Er rest mij hierna niets meer dan om terug te gaan naar Chennai, mij nog even tegoed doen aan het winkelcentrum, George voor mij te laten koken en de tijd te vergeten waardoor er geracet moet worden om de trein te halen.. de auto-rickshaw ging met twee wielen door de bochten en ging zo slingerend over de straten heen om het drukke verkeer te vermijden dat ik wel een paar keer in de ogen van ‘de dood’ heb gekeken.. Volgende keer doen we dat toch maar anders!!