The World Around Us

Pink City Jaipur

Country: India by Lisette

19-04-2006

Jaipur, Rajasthan’s hoofdstad, is stoffig, vies en heet op dit moment. Het is er ook erg druk en erg toeristisch. Er zijn ook een hoop leuke winkeltjes en een hoop afzetters. Druk verkeer met alles wat je je maar kunt voorstellen (en meer): luxe en oude gedeukte auto’s, luxe toeristenbussen en aftandse openbaar vervoerbussen, rickshaws in de depri zwarte kleur, de fietsrickshaws, mannetjes die zelf een kar voort trekken, kamelen en koeien die hetzelfde werk doen, koeien die rustig midden over de weg lopen zoals overal in India, varkens die langs de kant van de weg wat rotzooien tussen afval en tenslotte heb je nog de voetgangers die hun leven wagen door de straat over te steken.

Maar vooral heeft Jaipur prachtige architectuur die bewaard is gebleven door de eeuwen heen.

Verkeer in Jaipur.

Jaipur traffic.

Voor de geschiedenis-freaks is hier Jaipur’s ontstaan in een notedop: de stad is gebouwd door Maharaja Jai Singh II (1693-1743), nadat de Moghul (moslim) overheersing aan het afbrokkelen was vond deze Hindu dat het tijd was om van de top van de heuvel naar beneden te trekken en een mooie stad te bouwen voor hem en zijn volk. Hij zorgde voor een mooi paleis, ruime straten, grote stadsmuren met enorme toegangspoorten dat allemaal logisch in elkaar overliep. In 1876 gaf Maharaja Ram Sing opdracht om de stad roze te schilderen, vandaar de bijnaam ‘pink city’, omdat dit gelijk stond aan hartelijkheid. De (latere) King Edward VII bezocht de stad namelijk en men wilde dat hij zich welkom zou voelen. Dit gevoel is nog altijd aanwezig.

Op zaterdag 15 april neem ik dus in Delhi de bus om 6.00u ’s morgensvroeg en kom na 4 uur aan in een heet Jaipur. Er zwermen meteen minimaal 15 rickshawdrivers rondom de bus om je te overtuigen dat je vooral met hen moet meegaan. Ondertussen ben ik in de bus ontdekt door een Nederlandse die al eens eerder in Jaipur is geweest en het blijkt dat we beiden naar hetzelfde hotel gaan, lang leve de Lonely Planet. Dus samen stappen we in de rickshaw en komen al gauw aan op plaats van bestemming. De driver baalt, hij heeft afgesproken ons voor 10 rupees af te zetten, maar is er van overtuigd dat we nog verder zullen zoeken naar een ander hotel (eentje waar hij commissie krijgt en dat verder weg ligt zodat de prijs ook onhoog gaat – de gangbare zaak hier), wij zijn ook overtuigd van onze zaak zodat hij niet veel heeft verdiend, haha.

Omdat mijn landgenote al eerder hier heeft overnacht wordt het onderhandelen over de prijs van de kamer mij bespaard. De manager herkent haar, is blij met de terugkomst en we worden meteen naar onze kamers gebracht, zonder handtekening en zonder betaling. Heel handig!

Ik ga uiteraard meteen op zoek naar de bijzonderheden van de stad en kom terecht in het oude gedeelte van de stad, toepasselijk Old City genoemd. Ik geniet van het uitzicht op het verkeer zoals ik dat in het eerste paragraafje beschreven heb. De toegangspoorten zijn werkelijk fantastisch gerestaureerd (al moet je hier af en toe twijfelen aan de kwaliteit) en verblinden je al van enige afstand. Binnen de stadsmuren is het ontzettend hectisch, je kijkt met grote open ogen rond en houd je oren scherp. Overal waar ook maar een meter plek is staat een winkeltje (dat kan nl. ook een kar zijn) waar druk onderhandeld wordt. Op een gegeven moment probeer ik de drukte even te ontsnappen door een zijstraatje in te lopen en ik word nog meer dan gewoonlijk in de gaten gehouden en aangestaard. Kindjes zwaaien en roepen ‘hello’, oude mannetjes die op de grond zitten te kletsen stoppen met praten tot ik ver voorbij ze ben, kleermakers houden op met naaien (oh ik moet echt eens een foto zien te maken van zo’n mannetje dat zit te zwoegen achter een prehistorische naaimachine) en vrouwen die rondlopen met een emmer water op hun hoofd stoppen met lopen en kijken me lang na. Je vergeet nooit dat je met je reflecterende witte huid hier een exotisch mens bent! Het voordeel is wel dat ik een tempel mag bezichtigen die goed verborgen is voor de ‘mainstream tourist’.

City Gate.

City Palace is ook een heerlijke plek om even bij te komen van alles. Het paleis wordt nog altijd gedeeltelijk bewoond en er zitten ook weer overal winkeltjes. Zelfs als iets geclassificeerd is als belangrijk historisch goed en het op de UNESCO-lijst staat, dan nog zal de plek geen museum worden, doodgewoon omdat men er al generaties lang woont.

Het paleis is een mix van Rajasthani (de staat) en Moghul architectuur, en zelfs de leek kan dit onderscheid maken. Het paleis is goed onderhouden en is behoorlijk uitgebreid na de initiële bouw, zelfs in de 20e eeuw nog. Eén ruimte is ingericht als museum en het is er schitterend, ik neem achteloos een foto en wordt meteen achtervolgd door een bewaker.. oeps, ik blijk geen foto’s te mogen nemen, had het bordje gemist. Gelukkig kan ik laten zien dat mijn camera digitaal is en zodat ik de foto voor zijn neus kan verwijderen. Heftig mopperend gaat hij er met een wapperende tulband vandoor, zijn stok stevig tegen zijn been geparkeerd…

Poort Jaipur City Palace.

Jaipur City Palace.

Prachtig is de binnenplaats Pitam Niwas Chowk dat de vier seizoenen representeert.

Kort hier in de buurt ligt het Hawa Mahal (Palace of the Winds), dit is 5 verdiepingen hoog en is gebouwd in 1799. De opdracht werd gegeven door Rajput, een dichter en het is feitelijk alleen een muur met een hoop open ramen waarachter de dames van koninklijke huize konden gaan zitten om het dagelijks leven van het gepeupel te bekijken zonder dat zij gezien werden.

Hawa Mahal.

Ten slotte mag je geen bezoek overslaan aan Jantar Mantar. Het is een plek met astronomische instrumenten, de bouw begon in 1728, ook weer in opdracht van Maharaja Jai Sing II.

De instrumenten werden gebruikt voor vele doeleinden zoals het calculeren van de tijd door het lezen van de schaduw van de zon (dit werd vervolgens jaarlijks gedocumenteerd) en het calculeren van de eclipsen. Er zijn zelfs instrumenten voor het calculeren van de ooster- en westerlengte!

In totaal zijn er 5 in India gebouwd, maar van de vier overgebleven plekken is dit het beste onderhouden omdat het in 1901 is gerestaureerd.

Jantar Mantar.

Jantar Mantar.

Er zijn verder nog 2 dingen die me zijn bijgebleven van Jaipur.

De eerste is een incident met een fiets-rickshaw. Ik had geen zin om in de hitte te lopen en na meerdere fietsers aangesproken te hebben, kwam ik eindelijk uit op de prijs die ik wilde betalen voor dit korte stukkie, namelijk 10 rupees. Kom ik aan weigert de man mijn geld en zegt 100 rupees! Mwah, daar gaan we dus niet mee akkoord. Er volgt wat gekissebis in Engels en Hindi en er komen steeds meer bijstanders die lekker toekijken en vooral niets doen. Ik volg maar het advies op dat mij is gegeven op het VSOkantoor en geef hem een laatste kans om mijn geld aan te nemen. Nee, hij wil niet en dus loop ik weg. Goh, snel dat hij ineens is want dat was toch niet de bedoeling en ik krijg een zwaai aan mijn arm. Ik gooi vervolgens het tientje op de achterbank en loop maar snel naar de ingang van Jantar Mantar waar ik mij veilig waan. De man blijft sprakeloos en met open mond achter en de omstanders liggen in een deuk. Volgens de meeste mensen spreken en begrijpen (fiets of auto)rickshawdrivers alleen maar ruwe taal, maar voor mij is het toch wel even wennen!

Het tweede ding dat ik mij herinner is de zalige full body massage!