The World Around Us

DRC Koraput, RLTC & Prayas Boipariguda

Country: India by Lisette

21-11-2006

 

DRC Koraput.

DRC Koraput.

Vorige week een kort weekje naar Koraput en omgeving geweest. CYSD heeft hier dorpsprojecten en werkt samen met andere NGO’s om meer mensen te bereiken. Eén NGO kan natuurlijk niet alles doen in de staat. Dit is een unieke en moderne benadering in India want de meeste NGO’s gaan er liever van uit dat ze deze capaciteiten wel hebben. Het was behoorlijk interessant, indrukwekkend, aandoenend, leuk en gezellig en werkwijs een goede beslissing om de relatie tussen IT en ‘veld’ te versterken.

Na een 14 urende treinreis komen Jeetendra (JP) en ik aan in Koraput, Zuid-Orissa. In Koraput-town zijn veel (internationale) NGO’s omdat het als uitvalsbasis wordt gebruikt om de dorpen te bereiken. Binnen Orissa is Koraput namelijk een van de armste districten. Je merkt het meteen, het is allemaal wat viezer, slechter onderhouden, meer bedelende kindjes en noem maar op.

Sinds 18 maanden heeft CYSD in Koraput-town een DRC, District Resource Centre. Zoals gezegd, proberen zij allianties aan te gaan met collega-NGO’s. Dit betekent eerst een inventarisatie van NGO’s die wíllen samenwerken, inventariseren wáar ze hulp bij nodig hebben en dan werken aan een trainingsprogramma.

 

Eco-compost.

Eco-compost.

Deze trainingen vallen ook weer binnen de drie thema’s waar CYSD in werkt: Livelihood (akkerbouw / veeteelt / non-farming activiteiten, alles op kleine schaal); Educatie (lagere school); en Governance (mensen leren dat ze een stem hebben, training geven aan mensen die in zgn. Panchayats werken – denk hierbij aan gemeenteraden).

Zo hebben ze dit jaar al een samenwerkingsverband met 25 NGO’s afgesloten en al 12 trainingen gegeven zonder al te veel administratie. Een behoorlijke opgave en daar mogen ze best voor gewaardeerd worden!

RTLC Boipariguda.

RLTC Boipariguda.

Buiten Koraput heeft CYSD een Prayas en een RLTC in Boipariguda, zo’n kleine 50 kilometer verderop. Wanneer je hier heen gaat zie je met iedere kilometer de armoede toenemen. De meeste NGO’s werken in de dorpen rondom Koraput en gaan niet verder. Reden voor CYSD om in 1995 een Prayas in Boipariguda te openen. Prayas staat letterlijk voor Effort (moeite doen) en hier worden de dorpsprojecten beheerd.

Ook hier begon men aan een inventarisatie, ditmaal van de allerarmste dorpen en deze zijn geselecteerd voor de projecten die startten in 1997. Binnen deze dorpen zijn de armste huishoudens geselecteerd voor de Livelihood-projecten. Voor de dorpen die diep in de bossen liggen bestaat dit vooral uit akkerbouw en geiten- of koeienhoederij.

Het is een hele prestatie om de mensen te overtuigen meerdere soorten groenten te laten vebouwen en niet alleen op rijst te concentreren. Dat het eten van meer soorten groente ook leidt tot beter en  meer vitamines voor de kinderen heeft men hier nooit geleerd. Reden dan ook dat veel kinderen nog steeds ondervoed zijn.

Op het moment dat je het ziet, registreer je het maar pas achteraf – als je weer in redelijke luxe zit, realiseer je je pas hoe ernstig het is. Ik vind niet gauw iets of iemand zielig, maar hiervan moest ik toch wel even slikken.

De kindjes zijn over het algemeen trouwens bang voor me… ze verstoppen zich en komen langzaam aan wel te voorschijn maar blijven op afstand! De camera schrikt ze ook erg af.

Mahesh en Jeetendra (collega's).

Mahesh en Jeetendra (collega’s).

Naast het overtuigen van de mensen dat ze groenten moeten verbouwen komt de geldkwestie. Dit wordt opgelost door micro-financiering. De mensen werken samen om uit te zoeken wat ze precies nodig hebben aan zaden en vragen geld hiervoor aan bij de Panchayats (gemeenteraad). Dit gaat onder leiding van CYSD want de mensen kunnen niet schrijven en lezen en het hele proces is administratief langdradig.

De Panchayat keert het geld uit aan de Prayas die vervolgens de zaden koopt. Om ervoor te zorgen dat men verantwoordelijkheid neemt, is afgesproken dat de mensen 50% van het geld terug moeten storten na een jaar (= 2 oogsten). Dit geld gaat in een grote pot en wordt weer gebruikt om nieuwe zaden in het nieuwe jaar te kopen voor een ander type groente. Zo zijn er nu enkele dorpen die 4 type groenten verbouwen en de lening geheel hebben terug betaald – een hele prestatie. Dit betekent niet dat ze dan automatisch rijk zijn, maar de ondervoeding wordt zo wel aangepakt.

Community Hall.

Community Hall (Gemeenschapsruimte).

In hetzelfde dorp probeert de Prayas mensen te stimuleren hun kinderen naar een schooltje te sturen. Dit schooltje is meestal de gemeenschapsruimte die CYSD voor het dorp bouwt en dat dient als opslagruimte en ook wordt gebruikt voor dorpsvergaderingen etc. Vaak worden andere huishouden hiervoor geselecteerd, die het al iets beter hebben als de bovengenoemde mensen.

 

Want laten we eerlijk zijn, als je niet weet of je je kinderen eten kunt geven de volgende dag, is het niet je prioriteit om ze naar school te sturen. Een schooltje beginnen is dan ook uitdagend. Bovendien spreken de tribals (inheemse stammen) hun eigen dialect, dus er is ook een taalprobleem; de scholing is ontwikkeld in de steden, niet in de bossen. Met andere woorden, moderne scholing voor mensen met een primitieve leefstijl is niet erg nuttig.

Werken met de mensen zodat ze beter voorbereid zijn voor hun taak in de Panchayats is een andere uitdaging. Velen denken nog altijd dat ze de regering dankbaar moeten zijn voor dat kleine beetje dat die zelfde regering doet. Het idee dat ze zelf ook een stem hebben, kunnen terug vechten als ze het niet eens zijn met de beslissing is een revolutie. En dan moeten ze nog weten hóe dat moet!

Kinderen hebben de taak om de rijst the pletten.

Kinderen hebben de taak om de rijst te pletten.

Om de mensen te laten realiseren wat ze voor hun eigen dorp kunnen doen is moeilijk. Als je weet hoe de regering met deze mensen omgaat, realiseer je je echter gauw genoeg hoe belangrijk het is dat ze hun stem gebruiken! Vaak is hun grond vruchtbaar en opgekocht door rijkere boeren en verplaatst de regering zo’n dorp naar ergens anders in het bos (in de NGO-wereld noemt men dit ‘displaced persons’). Of er wordt een dam gebouwd in de rivier waaraan zij wonen.

De tribals geloven dat ze dankbaar moeten zijn dat ze ergens anders in het bos mogen wonen, maar vaak is dit in gebieden waar nooit eerder iemand woonde. Logisch, want er is altijd een reden voor. Of de grond is niet vruchtbaar, of er is geen water in de buurt! In een dorp dat we bezochten was totaal geen water, de mensen zijn afhankelijk van de vrouwen die een heuvel op en af moeten klimmen om naar een stroompje toe te gaan (4 uur per dag zijn ze hiermee kwijt)

Dat betekent geen irrigatie.. het dorp is totaal afhankelijk van het regenseizoen en heeft maar 1 oogst per jaar. Ze zijn nu goed voorbereid, om genoeg inkopen te doen voor de rest van het jaar dankzij de hulp van de Prayas, de geplante mangobomen en aubergineplanten. Maar wat te doen als de oogst mislukt?

06-11-15-CYSD-Prayas-Boipariguda14W

Eerder noemde ik ook al RLTC in Boipariguda, dat staat weer voor Rural Livelihood Training Center. Het valt onder de DRC in Koraput want veel trainingen voor akkerbouw wordt hier gegeven omdat CYSD in Boipariguda een modelboerderij heeft. Dit is gestart in 2000 en levert nu een leuke winst op.

Het land bestrijkt zo’n 9 ‘acres’ (staat dat gelijk aan hectare?) en is volledig benut. Er staan mangobomen, nieuwe ‘saplings’ (van de huidige mangobomen neemt men een stukje tak en bindt dit aan een nieuw baby-mangoboompje; op deze manier heb je sterke en wilde mangobomen gemengd met heerlijke en gezonde vruchten), aubergines, kool, brinjal (vind het zoooooo vies maar in Orissa is het een echte lekkernij), papajabomen, citroenbomen, tomaten, chili, champignons (andere versie dan degene die wij kennen) en doen aan eco-compost.

Vanwege de lage kosten en de hoge productie wil de overheid dat iedereen chemische producten gebruikt, maar het is bewezen dat hierdoor de mensen zieker worden (zijn hier niet aan gewend) en de natuur kwetsbaarder wordt.

Gezellig kletsen met handen en voeten!

Gezellig kletsen met handen en voeten!

Op het moment dat Jeetendra en ik in Boipariguda zijn is er een training gaande en de vrouwen vinden het heel gezellig om met mij te komen kletsen. Leuk hoor, maar wel jammer dat het taalverschil zo groot is. Ik spreek maar een beetje Oriya en zij spreken ook weer een dialect. Maar goed, met handen en voeten en pantomime-voorstellingen komen we een heel end!

Ze willen weten wat we in Nederland eten, wie mij familie is (de twee belangrijkste dingen in iemands leven in India), wat ik hier doe, hóe ik eet en of ik curry lekker vind.

Al met al was het een veel te kort bezoek, maar het gaf goede indrukken van de (schrijnende) situatie en wat CYSD hieraan probeert te doen. En zo ben ik weer herinnerd aan mijn geluk dat ik toevallig in een ander land geboren ben waardoor ik zo veel kansen heb gekregen die eigenlijk iedereen zou moeten krijgen.

En ja, ik ben dus nog steeds blij dat ik deze beslissing heb genomen om via VSO naar India te gaan en op mijn manier proberen een beetje bij te dragen aan wat wereldverbetering!